Lenneke WesteraEen boekbespreking houden is voor bijna alle kinderen (en volwassenen!) én leuk én eng, of op zijn minst spannend.
Ook ik ben behoorlijk zenuwachtig als ik een boekpresentatie geef over een nieuw verschenen boek.
Die zenuwen krijg je niet weg, en dat hoeft ook niet. Mét zenuwen kun je een prima boekbespreking houden.
Ik heb wat tips voor je die je kunnen helpen een goede boekbespreking te houden en er ook plezier in te hebben, met zenuwen en al.

Dit is belangrijk!

Omdat zenuwen er nu eenmaal bij horen, kun je meteen als je met je boekbespreking begint zoiets zeggen als: Ik vind het best spannend om hier te staan, en dat jullie allemaal naar me kijken. Ik hoop dat mijn boekbespreking goed gaat, en dat jullie hem leuk gaan vinden.
(Als je uitspreekt dat je zenuwachtig bent gaan de zenuwen niet weg, maar heb je er wel minder last van!)

Kies een boek dat je raakt, blij maakt, enthousiast maakt, of ontroert. Kortom: een boek dat iets met je gedaan heeft of doet.

Als je vertelt vanuit wat jij beleeft bij het boek, wordt je boekbespreking boeiender voor je klasgenoten dan wanneer je simpelweg wat informatie en de inhoud opsomt. Je zit dan ook zelf meer in je verhaal, waardoor je minder last van spanning hebt.

Maak je boekbespreking volgens de opzet die jouw school aangeeft.
(grofweg is de opzet van een boekbespreking:

  • titel en schrijver
  • illustrator en uitgever
  • hoofdpersoon en andere personages
  • het verhaal (niet alles onthullen!)
  • voorleesfragment (waarom dit fragment?)
  • je mening over het boek
  • vragenrondje voor je klasgenoten)

Als je zelf de opzet mag en wilt aanvullen, kun je aan deze punten denken:

  • leuke informatie over de schrijver
  • leuke informatie over de illustrator
  • leuke informatie over de uitgever (de meeste schrijvers, illustratoren en uitgevers zijn eenvoudig te googelen)
  • wat is het voor soort verhaal? (levensecht, fantasie, avontuur, reisverhaal, enzovoort)
  • vertel niet alleen wat er in het boek gebeurt, maar ook wat er in de personages omgaat en hoe de sfeer is
  • verklap niet het hele verhaal, maar maak je klasgenoten nieuwsgierig naar het boek
  • zou je het verhaal zelf willen meemaken?
  • welk personage zou je dan willen zijn?
  • zou je dan bepaalde dingen anders doen dan dat personage?
  • wat voor cijfer zou je het boek geven?
  • kies een fragment dat voor jou het boek speciaal maakt, en lees dat voor
  • vraag na het voorleesfragment aan je klas: hoe denken jullie dat het verder gaat?
  • luister naar de antwoorden maar laat het niet merken als iemand het goed heeft; verklap niet hoe het verhaal verder gaat!
  • vertel wat je bijzonder vindt aan het boek, wat nieuw was voor je
  • vertel wat je niet zo leuk of prettig vindt aan het boek
  • in wat of wie uit het boek vind je herkenning?

Als je me nog iets wilt vragen over je boekbespreking, of over mij of mijn boeken, klik dan hier.
Als je je boekbespreking over een van mijn boeken houdt, kun je een poster, of soms iets anders leuks dat bij het boek hoort, aanvragen voor in je klas.